1991 -2022 Advocatuur
Na mijn studie aan de Katholieke Universiteit Nijmegen (thans Radboud Universiteit Nijmegen) ben ik mijn loopbaan als advocaat in Oss begonnen. Al in de eindfase van mijn studie werkte ik voor de Rechtswinkel in ’s-Heerenberg en als jurist bij de rechtsbijstandsverzekeraar van de OLM in Zwolle. Het dienstverlenende karakter, het ondernemerschap en de onafhankelijkheid als advocaat zijn daarbij de drijfveer geweest. Ik ben beëdigd als advocaat op 28 augustus 1991 en ben vanaf dat moment werkzaam geweest in de algemene (civiele) rechtspraktijk. In 2006 heb ik bij het Centrum voor Conflicthantering (CVC) in Haarlem de mediation-opleiding voltooid en daarna vooral veel bemiddelingen gedaan in de familiepraktijk en in de arbeidsrechtpraktijk. Omdat de markt vraagt om steeds meer specialisatie ben ik na de invoering van de Wet werk en zekerheid in 2016 begonnen aan de specialisatieopleiding arbeidsrecht aan de Leergang Tilburg Maastricht Arbeidsrecht (TMA) en heb deze met succes afgerond.
Na mijn stage bij Van Erp advocaten in Oss ben ik werkzaam geweest in Rosmalen en Schaijk , totdat ik op 1 september 2010 samen met Bertine Ruijs een kantoor onder de naam ‘LR Liebrand Ruijs advocaten’ ben gestart aan de Ridderhof 100 in Oss, waar ik mij met name bezig heb gehouden met arbeidsrecht, ondernemingsrecht en jachtrecht.
Na 31 jaar advocatuur is het tijd voor verandering en wil ik een nieuwe uitdaging aangaan. Mijn toga mag in de kast en ik wil als ‘legal counsel’ mij met name richten op de adviespraktijk, waar ik mijn kennis en ervaring uit het verleden kan toepassen ten behoeve van ondernemers en particulieren. Daarbij kan ik een breed netwerk inschakelen bij vraagstukken die buiten mijn eigen specialisatie vallen.
Jacht
Wij kennen in Nederland schadebestrijding, populatiebeheer en benuttingsjacht. Het begrip ‘plezierjacht’ is een politiek geladen term. Ik ken geen jager die voor zijn plezier dieren dood schiet. Dat heeft ook niets met jagen te maken. Op het moment dat je het jachtveld op loopt, weet je dat je wild tegen zult komen maar niet wanneer en hoe. Om met de woorden van José Ortega y Gasset te spreken: ‘de jager weet dat hij niet weet wat er gaat gebeuren en dat is een van de grootste aanlokkelijkheden van zijn bezigheid’.
Na het behalen van mijn jachtakte in 1996 (thans heet dit een ‘omgevingsvergunning voor een jachtgeweeractiviteit’) en mijn lidmaatschap van de Koninklijke Nederlandse Jagers Vereniging (KNJV) ben ik dan ook vertrouwd geraakt met het jachtrecht, dus alles wat samenhangt met (inmiddels) de Omgevingswet. Als jager, oud secretaris van het KNJV-Gewest Brabant-Noord en lid van de Vereniging van Jacht- en Visrecht Advocaten Nederland (VJVAN) ken ik deze wereld van binnenuit en word ik met regelmaat gevraagd om als mediator te bemiddelen bij jachtconflicten voor de Stichting Geschillenafhandeling Landelijke Jagersverenigingen (SGLJ).
Met de komst van mijn Engelse springer spaniël ‘Charlie’ hoop ik mooie dagen in het veld te gaan beleven. Hij (en ik) moet(en) nog veel leren maar “le bon chasseur fait le bon chien” (Adolphe D’Houdetot, Le Chasseur rustique, 1848).